Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [51]Maar gij zult trekken naar het huis mijns vaders, en naar mijn geslacht, en zult voor mijn zoon een vrouw nemen! 51. Anders, zult gij niet trekken? of , zo gij niet trekt, enz; waarop dan verstaan moet worden: wee u of, zo doe u God dit of dat. Zie bov. hfdst.14 vs.22,23, en hfdst.21 vs.23.